Een bedieningseenheid simuleren
Wanneer u de Trimble Access software op een Windows desktop computer of laptop draait, kunt u de functie Bedieningseenheid simuleren gebruiken om het uitvoeren van de software op een ondersteunde bedieningseenheid te simuleren. Met behulp van deze functie kunt u de software demonstreren, of schermfoto's van de software maken met de door u gewenste indeling van het scherm voor opname in trainingmateriaal.
Bij gebruik van Trimble Access op een Windows computer kunt u ervoor kiezen om Trimble Access te emuleren op een bedieningseenheid met het Android besturingssysteem, zoals de TDC600. Houd er echter rekening mee dat wanneer Trimble Access interactie met delen van het besturingssysteem heeft, de emulator alleen het gedrag van het Windows besturingssysteem kan weergeven, niet dat van Android.
U kunt de functie Bedieningseenheid simuleren gebruiken in combinatie met:
-
de functie GNSS emulator om een verbinding met een GNSS ontvanger te simuleren, zodat u niet naar buiten hoeft en niet met een echte GNSS ontvanger verbonden hoeft te zijn.
-
een handmatige meetmethode die u hebt ingesteld om een verbinding met een conventioneel instrument te simuleren, waardoor u niet meer met een echt instrument verbonden hoeft te zijn.
Simuleren van het draaien van Trimble Access op een ondersteunde bedieningseenheid:
- Trimble Access starten.
- Tik op en selecteer Info over / Support / Bedieningseenheid simuleren.
-
In het menu Apparaat simuleren selecteert u het type bedieningseenheid. De software configureert zichzelf opnieuw, om te simuleren hoe hij eruit ziet wanneer hij op het geselecteerde apparaat draait.
Om vanuit elke plaats in de software het simuleren van een apparaat te starten, gebruikt u de sneltoets Ctrl + Shift + S en daarna selecteert u het type bedieningseenheid.
- Standaard verschijnt het Trimble Access venster in de grootte zoals het op het apparaat wordt weergegeven. De grootte van het venster veranderen:
- Tik op en selecteer Info over / Support / Bedieningseenheid simuleren.
- In het menu Bedieningseenheid simuleren selecteert u DPI-schaal.
- In het veld DPI-schaalmodus selecteert u Aangepast.
Voer de nieuwe DPI-schaalwaarde in. U kunt voor elk type apparaat een andere waarde instellen.
Wanneer u een apparaat met staand beeld op een liggend scherm simuleert, voert u 0,8 of iets dergelijks in om het hele venster op het scherm te laten passen.
Start de Trimble Access software opnieuw om de simulator in de nieuwe grootte weer te geven.
Wanneer de software start, geeft een tooltip het apparaat type van de gesimuleerde bedieningseenheid en de gebruikte DPI-schaalwaarde aan, als dit een aangepaste waarde is.
-
Om de Windows titelbalk weer te geven of te verbergen, tikt u op en selecteert u Info over / Support / Bedieningseenheid simuleren / Titelbalk weergeven. Start de Trimble Access software opnieuw om de wijziging toe te passen.
Om het Trimble Access venster te verplaatsen als de Windows titelbalk niet zichtbaar is, klikt u op het statusregel deel en sleept u het venster. U moet een job geopend hebben om het statusregel deel van de statusbalk te zien.
-
Om de Android navigatiebalk weer te geven of te verbergen, tikt u op en selecteert u Info over / Support / Bedieningseenheid simuleren / Android knoppen weergeven. Start de Trimble Access software opnieuw om de wijziging toe te passen.
Wanneer u een bedieningseenheid waarop Android draait simuleert, kunt u de Android knop Terug als Esc softkey gebruiken, om het huidige scherm van de Trimble Access software te verlaten. Omdat met de Android Menu knop het systeemmenu van het Android besturingssysteem wordt bediend, heeft tikken/klikken op de Android Menu knop geen effect wanneer u de simulator gebruikt.
Het schermtoetsenbord wordt altijd weergegeven bij het bewerken van tekst. Functietoetsen en bijbehorende sneltoetsen worden niet ondersteund op apparaten die geen fysiek toetsenbord hebben. Als u op een favorietenster tikt of klikt, wordt de functie Favorieten in- of uitgeschakeld in plaats van het menu Favorieten weer te geven.