Verklarende woordenlijst
Hierin wordt een aantal begrippen uitgelegd die in deze Help worden gebruikt.
nauwkeurigheid
Hoe dicht een meting of coördinatenwaarde bij de werkelijke (ware) of geaccepteerde waarde ligt.
almanac
Data, verzonden door een GNSS satelliet, waarin informatie over de baan van alle satellieten, klokcorrecties en atmosferische vertragingsparameters zijn opgenomen. De almanac vergemakkelijkt een snelle verwerving van satellieten. De baaninformatie vormt een onderdeel van de efemerische data, met gereduceerde precisie.
Hoeken en afstand
Meting van horizontale en verticale hoek en schuine afstand.
alleen hoeken
Meting van horizontale en verticale hoeken.
aantekening
Aantekening op afbeelding ten behoeve van verduidelijking.
attribuut
Een eigenschap of kenmerk van een object (feature) in een database. Alle features hebben een geografische positie als attribuut. Welke andere attributen beschikbaar zijn, is afhankelijk van het type object. Een weg heeft bijvoorbeeld een naam of nummer, type oppervlak, breedte, aantal rijstroken, enz. Elk attribuut heeft een bereik van mogelijke waarden, dat we een domein noemen. De waarde die wordt gekozen om een bepaald object te beschrijven, noemen we de attribuutwaarde.
Autolock
De mogelijkheid op een prisma vast te zetten en dit te volgen.
automatische reeksmetingen
Het proces waarin meerdere waarnemingen naar gemeten punten automatisch worden gemeten.
autonome positionering
De minst precieze vorm van positionering die een GNSS ontvanger kan produceren. De positiebepaling (fix) wordt door één ontvanger alleen op basis van satellietdata berekend.
azimut
Horizontale richting, relatief ten opzichte van een gedefinieerd coördinatensysteem.
oriëntatie achter
Punt met bekende coördinaten of bekende azimut vanaf het instrumentpunt, dat wordt gebruikt om het instrument te oriënteren tijdens een standplaats instelling.
In een GNSS meting observeert en berekent u baselines (de positie van de ene ontvanger ten opzichte van de andere). Het base station fungeert als de positie op basis waarvan alle onbekende posities worden verkregen. Een base station bestaat uit een antenne en ontvanger, op een bekende positie opgesteld en bedoeld om data te verzamelen voor het differentieel corrigeren van rover bestanden.
baud
Eenheid voor de snelheid van datatransmissie (van één binair digitaal apparaat naar een ander), gebruikt om seriële communicatie te beschrijven; in het algemeen één bit per seconde.
BIM
Building Information Modeling (BIM, bouwwerk informatie modellering) is een proces waarbij planning, ontwerp, bouw en onderhoud van gebouwen en andere bouwwerken zoals wegen, bruggen of utiliteiten infrastructuur met behulp van digitale 3D modellen worden beheerd. Voor informatie over BIM-model bestandsformaten die worden ondersteund in Trimble Access, zie BIM modellen.
C/A (Coarse Acquisition) code
Een pseudo-willekeurige storing (pseudo random noise, PRN) code, gemoduleerd op een L1 signaal. Met behulp van deze code kan de ontvanger de afstand van de satelliet berekenen.
kijkerstand wijzigen
Het veranderen van de kijkerstand van het conventionele instrument waarmee metingen worden uitgevoerd tussen kijkerstand 1 en kijkerstand 2. Op een servo instrument gebeurt dit automatisch. Op een gerobotiseerd instrument gebeurt dit wanneer u tikt op Kijkerstand wijzigen in de Trimble Access software. Wanneer u een mechanisch instrument gebruikt, moet u de kijkerstand van het instrument handmatig veranderen.
CMR
Compact Measurement Record. Een satelliet meetbericht dat wordt uitgezonden door de base ontvanger en in RTK metingen wordt gebruikt om een accurate baseline vector van de base naar de rover te berekenen.
constellatie
Een specifieke groep satellieten, die voor de berekening van posities wordt gebruikt: drie satellieten voor 2D positiebepalingen (fix), vier satellieten voor 3D positiebepalingen. Alle satellieten die op een bepaald moment zichtbaar zijn voor een GNSS ontvanger. De optimale constellatie is die met de laagste PDOP. Zie ook PDOP.
Constructie offsets
Een ingestelde horizontale en/of verticale offset (verplaatste) afstand, zodat apparatuur kan worden gebruikt zonder piketten op het bouwterrein te hoeven verplaatsen.
constructiepunt
Een punt dat is gemeten m.b.v. de "quick fix" optie in COGO.
grondslagpunt
Een punt op de aarde waarvan de nauwkeurige geografische positie bekend is.
conventionele meting
Bij een conventionele meting wordt de bedieningseenheid met een conventioneel inmeetinstrument zoals een total station verbonden.
aardkromming en refractie
Correctie van de gemeten verticale hoek voor de kromming van de aarde en de refractie, veroorzaakt door de atmosfeer van de aarde.
data bericht
Een bericht, opgenomen in het GNSS signaal, waarin de positie en "gezondheid" (health) van de satellieten is vermeld, alsmede een eventuele klokcorrectie. Het bericht bevat ook informatie over de gezondheid van andere satellieten en hun positie bij benadering.
datum
Zie geodetische datum en lokale datum.
ontwerp code
Code die aan een ontwerp punt is toegekend.
ontwerp naam
De naam die aan een ontwerp punt is gegeven.
differentiële positiebepaling
Nauwkeurige meting van de relatieve positie van twee ontvangers die tegelijkertijd dezelfde satellieten volgen.
Direct Reflex (DR)
Type EDM waarmee naar niet-reflecterende objecten kan worden gemeten.
verschuivingsmodel
Een model van de beweging van punten op het aardoppervlak als gevolg van plaatbeweging, tektonische spanningsaccumulatie, seismische/postseismische vervorming, glaciale isostatische aanpassing en/of andere geologische of antropogene processen die significante coördinaatverandering over grote gebieden veroorzaken. Gebruikt om coördinaten van de ene epoch (zoals de epoch van meting) naar een andere te propageren (zoals de referentie epoch van de geselecteerde globale referentiedatum).
(Vermindering van precisie) Indicator voor de kwaliteit van een GNSS positie. De DOP houdt rekening met de positie van elke satelliet ten opzichte van andere satellieten in de constellatie, alsmede hun geometrie ten opzichte van de GNSS ontvanger. Een lage DOP waarde geeft een hogere waarschijnlijkheid van nauwkeurigheid aan.
Doppler verschuiving
De schijnbare verandering in frequentie van een signaal, veroorzaakt door de relatieve beweging van satellieten en ontvanger.
Distance (afstand) Root Mean Square (meetkundig gemiddelde). In Trimble Access is DRMS een schatting van het meetkundige gemiddelde van de radiale afstand van de ware positie tot de waargenomen positie. DRMS is een van de beschikbare opties voor de weergave van GNSS precisie schattingen in de Trimble Access software. Zie Precisie weergave.
dual‑frequency
(Twee frequenties) GNSS ontvanger, die L1 en L2 signalen van GNSS satellieten gebruikt. Een dual‑frequency ontvanger kan meer nauwkeurige positiebepalingen over langere afstanden en onder moeilijker omstandigheden berekenen, omdat ionosferische vertragingen worden gecompenseerd.
twee prisma offset
Meting van horizontale en verticale hoeken en schuine afstand naar twee prisma's, die aan één baak bevestigd zijn, om de positie van een onbereikbaar punt te bepalen.
DXF-bestand
Een DXF bestand is een 2D of 3D grafisch vector bestandsformaat, gegenereerd door CAD software zoals AutoDesk. DXF staat voor Drawing Exchange Format (tekening uitwisselingsformaat).
Earth‑Centered,
Earth‑Fixed (ECEF)
Een cartesiaans coördinatensysteem, dat coördinaten uitdrukt in de Globale datum. Het middelpunt van dit coördinatensysteem is het massamiddelpunt van de aarde. De z-as valt samen met de gemiddelde rotatie-as van de aarde en de x-as loopt door 0° N en 0° O. De y-as staat loodrecht op het vlak van de x- en z-as.
excentrisch object
Meten van horizontale en verticale hoeken en schuine afstand naar het oppervlak van een radiaal object (bijvoorbeeld een mast). Een extra horizontale hoek wordt gemeten naar de zijkant van het object, om de straal te berekenen en daarmee het middelpunt van het object te bepalen.
EGNOS
European Geostationary Navigation Overlay Service. Een aanvullingssysteem dat met satellieten werkt (Satellite‑Based Augmentation System, SBAS) en via de ether gratis te ontvangen differentiële correctie informatie voor GNSS uitzendt.
elevatie
Hoogte boven gemiddeld zeeniveau. Verticale afstand boven de geoïde.
elevatie masker
De hoek waaronder Trimble adviseert satellieten niet te volgen. Normaal gesproken ingesteld op 10 graden, om verstoring door gebouwen en bomen alsmede grond‑multipath afwijkingen te voorkomen.
Een mathematisch model van de aarde, gevormd door een ellips rond zijn kleinste as te draaien.
efemeride
De voorspellingen van huidige satellietposities (trajectorie), verzonden in het databericht.
epoch
De meetinterval van een GNSS ontvanger. De epoch varieert afhankelijk van het type meting: – voor real‑time metingen is hij op 1 seconde ingesteld; voor postprocessed metingen kan hij tussen 1 seconde en 1 minuut ingesteld worden.
Kijkerstand 1
Meetpositie van een instrument, waarbij de verticale cirkel zich normaal gesproken aan de linkerkant van de telescoop bevindt.
Kijkerstand 2
Meetpositie van een instrument, waarbij de verticale cirkel zich normaal gesproken aan de rechterkant van de telescoop bevindt.
FastStatic meting
Een type GNSS meting. Een FastStatic meting is een postprocessed meting waarbij meettijden tot 20 minuten worden gebruikt om ruwe GNSS data te verzamelen. De data wordt ge‑postprocessed om sub‑centimeter precisies te bereiken.
feature
Een representatie van een bestaand object op een kaart. Features kunnen worden weergegeven als punten, lijnen, of polygonen. Features met meerdere punten bestaan uit meer dan één punt, maar refereren maar aan één set attributen in de database.
feature code
(Object code) Eenvoudige tekst of afkorting, die de eigenschappen van een punt beschrijft.
fixed oplossing
Geeft aan dat de integer ambiguïteiten opgelost zijn en een meting geïnitialiseerd is. Dit is de nauwkeurigste oplossing.
float oplossing
Geeft aan dat de integer ambiguïteiten niet opgelost zijn en de meting niet geïnitialiseerd is.
FSTD (fast standard)
De methode van het meten van één afstand en één hoek om de coördinaten van een punt te bepalen.
GAGAN
GPS Aided Geo Augmented Navigation. Een regionaal aanvullingssysteem dat met satellieten werkt (Satellite‑Based Augmentation System, SBAS), geïmplementeerd door de Indiase regering.
Galileo
Galileo is een wereldwijd navigatiesatellietssysteem (GNSS), gebouwd door de Europese Unie (EU) en het European Space Agency (ESA). Galileo is een alternatief en aanvullend GNSS op het Amerikaanse Global Positioning System (GPS), het Russische GLONASS en het Japanse Quasi‑Zenith Satellite System (QZSS).
GDOP
Geometric Dilution of Precision. De verhouding tussen afwijkingen in positie en tijd van de gebruiker en afwijkingen in satellietafstanden. Zie ook DOP.
GENIO
GENeric Input Output bestand, geëxporteerd door een aantal softwarepakketten voor het ontwerpen van wegen, waarin een weg wordt gedefinieerd door middel van een reeks strings. Zie ook string.
Een mathematisch model, ontwikkeld om er een deel van de geoïde of de gehele geoïde in te passen (het fysieke aardoppervlak).
geoïde
Het oppervlak van gravitatie equipotentiaal dat gemiddeld zeeniveau dicht benadert.
Globale
Globale is een korte naam die verwijst naar coördinaten in Globale referentie datum.
Globale referentie datum
De Globale referentie datum is de datum van RTK-metingen, zoals het referentiekader van basisstations inclusief VRS. De Trimble Access software bepaalt de Globale referentie datum aan de hand van het coördinatensysteem en de zone die u hebt geselecteerd in de coördinatensysteem bibliotheek.
Wanneer u in de job een RTK meting uitvoert, moet u controleren of de geselecteerde real-time correctiebron GNSS posities levert in dezelfde datum als gespecificeerd in het veld Globale referentie datum in het scherm Selecteer coördinatensysteem in de job eigenschappen.
Globale referentie epoch
De Globale referentie epoch is de epoch van de realisering van de Globale referentie datum. De Trimble Access software bepaalt de Globale referentie epoch aan de hand van het coördinatensysteem en de zone die u hebt geselecteerd in de coördinatensysteem bibliotheek.
GLONASS
GLObal NAvigation Satellite System (GLONASS) is het wereldwijde navigatiesatellietsysteem (GNSS) dat door de Russische ruimtevaartorganisatie voor de Russische regering wordt geëxploiteerd. GLONASS is een alternatief en aanvullend GNSS op het Amerikaanse Global Positioning System (GPS), het Galileo positioneringsysteem van de Europese Unie en het Japanse Quasi‑Zenith Satellite System (QZSS).
GNSS
Global Navigation Satellite System (GNSS). Dit is de standaard algemene aanduiding voor satellietnavigatiesystemen die geospatiale positionering met wereldwijde dekking mogelijk maken.
GNSS meting
Bij een GNSS meting wordt de bedieningseenheid met een GNSS ontvanger verbonden.
GPS
Global Positioning System (GPS) is het wereldomspannende navigatiesatellietsysteem (GNSS) dat door de Amerikaanse regering wordt geëxploiteerd. GPS is een alternatief en aanvullend GNSS op het GLObal NAvigation Satellite System (GLONASS), het Galileo positioneringsysteem van de Europese Unie en het Japanse Quasi‑Zenith Satellite System (QZSS).
H. Hoek offset
Meting van verticale hoek en schuine afstand. De horizontale hoek wordt vervolgens afzonderlijk gemeten, meestal naar een geblokkeerd punt.
Alleen H.Hoek
Meting van de horizontale hoek.
HDOP
Horizontal Dilution of Precision. Zie ook DOP.
Helmert vereffening
Een Helmert transformatie is een coördinaten transformatie waarbij rotatie, schaling en translatie worden gebruikt. De horizontale vereffening in een GNSS lokale kalibratie is een 2D vorm van Helmert transformatie, die ook voor het berekenen van een insnijding kan worden gebruikt.
high dynamic range
(HDR)
Als high dynamic range ingeschakeld is, worden er meerdere foto's vastgelegd, elk met een andere belichting instelling, telkens wanneer de camera knop wordt ingedrukt. Tijdens de HDR verwerking worden de foto's gecombineerd zodat er een samengestelde foto ontstaat die een betere schakering heeft, waardoor er meer details worden weergegeven dan in de afzonderlijke foto's. Bij beelden vastgelegd met behulp van een total station uitgerust met Trimble VISION technologie kan de HDR verwerking worden uitgevoerd in Trimble Business Center na het importeren van de data.
horizontale cirkel
Schijf met schaalverdeling of digitale schijf waarmee de horizontale hoek wordt gemeten.
instrument hoogte
Hoogte van het instrument boven het instrument punt.
instrument punt
Punt waarop het instrument staat.
integer ambiguïteit
Het totale aantal cycli in een draaggolffase pseudo-afstand tussen de GNSS satelliet en de GNSS ontvanger.
geïntegreerde meting
Bij een geïntegreerde meting is de bedieningseenheid tegelijkertijd met een conventioneel inmeetinstrument en een GNSS ontvanger verbonden. De Trimble Access software kan binnen dezelfde job snel wisselen tussen de twee instrumenten.
ionosfeer
De band van geladen deeltjes op 130 tot 190 kilometer boven het aardoppervlak. De ionosfeer beïnvloedt de nauwkeurigheid van GNSS metingen wanneer u lange baselines met behulp van ontvangers met één frequentie meet.
K factor
De K factor is een constante die een verticale curve in een wegdefinitie definieert.
K = L/A,Waarbij:
L de lengte van de curve is
A het rekenkundige verschil is tussen de inkomende en uitgaande helling in %.
L1 signaal
De primaire L‑band draaggolf, gebruikt door GNSS satellieten om satellietdata te verzenden.
L2 signaal
De secundaire L‑band draaggolf, gebruikt door GNSS satellieten om satellietdata te verzenden. Block IIR‑M en latere GPS satellieten zullen een extra signaal op L2 verzenden, L2C genaamd.
L5 signaal
De derde L‑band draaggolf, gebruikt door GNSS satellieten om satellietdata te verzenden. Deze is toegevoegd aan Block IIF en latere GPS satellieten.
LandXML-bestand
Een LandXML bestand is een XML bestandsformaat voor civieltechnische ontwerp- en inmeetdata zoals punten, oppervlakken, kavels, buisnetwerk data en alignementen.
De Trimble Access software bepaalt de Lokale datum aan de hand van het coördinatensysteem en de zone die u hebt geselecteerd in de coördinatensysteem bibliotheek.
meetmodi
Hoeken worden gemeten en gemiddeld terwijl één afstand wordt gemeten met behulp van één van de volgende meeetmodi: Standard (STD), Fast Standard (FSTD), Tracking (TRK). STD modus wordt aangeduid door een S naast het instrument symbool op de statusbalk. Eén hoek en één afstand worden gemeten. FSTD modus wordt aangeduid door een F naast het instrument symbool op de statusbalk. Hoeken en afstanden worden continu gemeten. TRK modus wordt aangeduid door een T naast het instrument symbool op de statusbalk.
Een conventioneel instrument dat met de hand moet worden gedraaid om de kijkerstand te veranderen of doelen te vinden. Vergelijk met servo instrument.
MGRS
Military Grid Reference System (militair grid referentiesysteem)
MSAS
MTSAT Satellite‑Based Augmentation System. Een aanvullingssysteem dat met satellieten werkt (Satellite‑Based Augmentation System, SBAS) en een gratis te ontvangen differentiële correctie service voor GNSS voor het dekkingsgebied levert, dat wil zeggen Japan.
multipath
Storing, vergelijkbaar met een beeldschaduw op een televisiescherm. Multipath treedt op wanneer GNSS signalen verschillende paden afleggen voordat ze door de antenne worden opgevangen.
lokale inpassing
Een coördinatenvereffening die wordt toegepast op conventionele metingen met meerdere oriëntatie achter punten of jobs met een lokale GNSS kalibratie. Tijdens een opstelling plus, vrije standplaats of lokale GNSS kalibratie worden voor elk waargenomen controlepunt residuen berekend. De berekende afstanden tussen elk nieuw punt en de controlepunten, gebruikt in de standplaats instelling of kalibratie, worden gebruikt om de coördinatenvereffening te bepalen die op het nieuwe punt moet worden toegepast.
NMEA
Een standaard, vastgelegd door de National Marine Electronics Association (NMEA), die elektrische signalen, een datatransmissieprotocol, timing en formaten voor codes voor de communicatie van navigatiedata tussen navigatie-instrumenten voor de scheepvaart definieert.
NTRIP
Networked Transport of RTCM via Internet Protocol
waarneming
Een meting uitgevoerd op of tussen punten m.b.v. inmeetapparatuur zoals GNSS ontvangers en conventionele instrumenten.
OmniSTAR
Een satellietsysteem dat GPS correctie informatie uitzendt.
P‑code
De “precieze” code, verzonden door GPS satellieten. Elke satelliet heeft een unieke code, die op de L1 en L2 draaggolven wordt gemoduleerd.
parity
Een methode voor foutencontrole, gebruikt bij opslag en overdracht van binaire digitale data. Opties voor de pariteitcontrole zijn Even, Odd of None (even, oneven, geen).
Position Dilution of Precision. Een indicatie voor kwaliteit zonder eenheid, die de verhouding aangeeft tussen de afwijking in de positie van de gebruiker en de afwijking in de positie van de satelliet.
PDOP limiet
De hoogste PDOP waarde waarbij een ontvanger posities berekent.
puntenwolk
Een verzameling datapunten in 3D ruimte.
polylijn
Polylijnen zijn twee of meer lijnen of bogen die met elkaar verbonden zijn. Een lijn is één enkele lijn tussen twee punten.
positioneringsysteem
Een systeem van instrument- en rekenkundige componenten voor het bepalen van geografische posities.
postprocessing
Satellietdata op een computer nabewerken nadat die informatie verzameld is.
postprocessed kinematische meting
Een type GNSS meting. Bij postprocessed kinematische metingen worden ruwe stoppen‑en‑meten en continue waarnemingen opgeslagen. De data wordt gepostprocessed om centimeter precisie te bereiken.
PPM
Parts per million, correctie die wordt toegepast op gemeten schuine afstanden, om de effecten van de atmosfeer van de aarde te compenseren. De PPM wordt bepaald met behulp van de gemeten luchtdruk en temperatuur, gecombineerd met specifieke instrument constanten.
precisie
Een aanduiding van hoe dicht willekeurige variabelen de neiging hebben om rond een berekende waarde te clusteren, hetgeen de repeteernauwkeurigheid van één of een set metingen aangeeft.
prismaconstante
Afstand offset (verplaatsing) tussen het middelpunt van een prisma en het punt dat wordt gemeten.
projectie
Gebruikt om platte kaarten te produceren, die het aardoppervlak of delen daarvan weergeven.
QZSS
Het Quasi‑Zenith Satellite System (QZSS) is een Japans satellietsysteem, gebouwd door het Japanse Aerospace Exploration Agency (JAXA). QZSS is een aanvullend GNSS op het Amerikaanse Global Positioning System (GPS), het Russische GLONASS en het Galileo positioneringsysteem van de Europese Unie. QZSS is ook een aanvullingssysteem dat met satellieten werkt (Satellite‑Based Augmentation System, SBAS).
RDOP
Relative Dilution of Precision. Zie ook DOP.
real‑time differentiële meting
Een type GNSS-meting. Een real‑time differential meting gebruikt de differentiële correcties uitgezonden door een ontvanger op het land of door SBAS of OmniSTAR satellieten, om submeter positionering met de rover te bereiken.
real‑time kinematisch en data loggen meting
Een type GNSS meting. Bij een real‑time kinematisch en data loggen meting wordt ruwe GNSS data tijdens een RTK meting vastgelegd. De ruwe data kan later indien nodig worden gepostprocessed.
real‑time kinematische en infill meting
Een type GNSS meting. Bij een real‑time kinematische en infill meting kunt u een kinematische meting voortzetten als het radiocontact met het basisstation verloren is. De infill data moet worden gepostprocessed.
referentiestation
Zie base station.
Reflijn
Het proces waarbij de positie van een standplaats wordt vastgelegd ten opzichte van een basislijn, door metingen uit te voeren naar twee bekende of onbekende punten.
Maak een gebied om alleen de scanpunten op te nemen waarin u het meest geïnteresseerd bent. Een gebied is vooral handig bij het uitvoeren van een oppervlak inspectie.
Insnijding
Het proces van het bepalen van een positie van een bezet punt door metingen naar twee of meer bekende punten uit te voeren.
RMS
Root Mean Square (meetkundig gemiddelde). Wordt gebruikt om de nauwkeurigheid van puntmetingen uit te drukken. Het is de straal van de afwijkingscirkel waarin ca. 70% van de positiebepalingen gevonden moeten worden.
RMT
Remote target
Een meting waarbij de bedieningseenheid waarop de Trimble Access software draait via radio met een conventioneel instrument verbonden is, zodat het instrument robotgestuurd vanuit de Trimble Access software kan worden bediend.
rondes
Conventionele meetmethode met meerdere waarnemingen van meerdere punten.
rover
Een mobiele GNSS ontvanger en veldcomputer waarmee data in het veld wordt verzameld. De positie van een rover ontvanger kan differentieel worden gecorrigeerd ten opzichte van een stilstaande base GNSS ontvanger.
RTCM
Radio Technical Commission for Maritime Services. Dit is een commissie die is ingesteld om een differentiële datakoppeling te definiëren voor real‑time differentiële correctie van GNSS rover ontvangers.
RTK
Real‑time kinematic, een type GNSS meting.
SBAS
Satellite Based Augmentation System (aanvullingssysteem dat met satellieten werkt). SBAS is gebaseerd op differentieel GNSS, maar dient voor WAN-netwerken van referentiestations (bijv. WAAS, EGNOS, MSAS). Correcties en aanvullende informatie worden uitgezonden met behulp van geostationaire satellieten.
Een conventioneel instrument dat met servomotoren uitgerust is, waardoor het instrument automatisch van kijkerstand kan veranderen en kan draaien om doelen te volgen. Vergelijk met een mechanisch instrument.
Als het servo instrument ook met een radio uitgerust is, kunt u het in een gerobotiseerde meting gebruiken, waarbij het instrument via de Trimble Access software wordt bediend.
Shapefile
Een Shapefile is een ESRI vector data-opslagformaat voor het opslaan van geografische objecten zoals punten, lijnen, of polygonen, alsmede attribuut information.
één frequentie
Een type ontvanger dat alleen het L1 GNSS signaal gebruikt. Ionosferische effecten worden niet gecompenseerd.
Enkele afst. offset
Meting van horizontale en verticale hoek en schuine afstand. Plus extra offset afstanden om de positie van geblokkeerde punten te bepalen.
SNR
Signal‑to‑Noise Ratio (signaal‑ruis verhouding). Een aanduiding voor de sterkte van een satellietsignaal. SNR kan variëren van 0 (geen signaal) t/m 99, waarbij 99 perfect is en 0 betekent dat de satelliet niet beschikbaar is. Een typische goede waarde is 40. Een GNSS systeem begint een satelliet meestal te gebruiken als de SNR waarde daarvan hoger dan 25 is.
station
De afstand of het interval over een lijn, inclusief een boog, alignement, weg
Standplaats instelling
Het proces van het definiëren van het punt waarop het instrument staat en het instellen van de oriëntatie van het instrument ten opzichte van één of meer oriëntatie achter punten.
Een string is een reeks 3D punten die samengevoegd zijn. Elke string geeft één object weer, zoals een trottoirrand of de middellijn van een weg.
oppervlak
Een oppervlak kan een 3D digitale weergave zijn van een topografisch oppervlak (terrein) of een weergave van een object of het vlak van objecten in een 3D-model of BIM-bestand. Topografische oppervlakken zijn meestal DTM-bestanden (Digital Terrain Model), die het oppervlak weergeven met behulp van een maaswerk van aaneengesloten driehoeken.
De Cogo functie Oppervlak inspectie vergelijkt de scanpuntenwolk van een als-gebouwd oppervlak met een referentie oppervlak en berekent de afstand tot het referentie oppervlak voor elk scanpunt om een inspectie puntenwolk te maken. Het geselecteerde referentie oppervlak kan een horizontaal vlak, verticaal vlak, hellend vlak, cilinder, een andere scan of een bestaand oppervlak bestand zijn, zoals een DTM of BIM model. U kunt een gebied maken, om in de inspectie alleen de scanpunten op te nemen waarin u geïnteresseerd bent.
In termen van een wegontwerp is superelevatie het toevoegen van een extra helling (verkanting) in bochten van de weg, zodat bestuurders die beter kunnen nemen. Door het toevoegen van superelevatie kan de vereiste ontwerpsnelheid voor de bocht worden bereikt. Superelevatie wordt in het algemeen gedefinieerd in samenhang met verbreding.
SV
Satellite Vehicle (of Space Vehicle, ruimtevaartuig).
prisma hoogte
Hoogte van het prisma boven het punt dat wordt gemeten.
TDOP
Time Dilution of Precision. Zie ook DOP.
TOW
Time of Week, tijd van de week in seconden, vanaf middernacht van zaterdag op zondag, GPS tijd.
tracking
(Volgen) Het proces van het ontvangen en herkennen van signalen van een satelliet.
Zoeklicht
Een zichtbaar licht dat de persoon met het prisma in de juiste richting stuurt.
polygoon
Een polygoon wordt gevormd door een aantal punten op polygoon stations in te meten en die in een circuit te verbinden. Een gesloten polygoon wordt gevormd wanneer het circuit op het beginpunt eindigt. Deze is handig voor net inmeten van grote oppervlakten die door een grens worden gedefinieerd. Een open polygoon wordt gevormd wanneer het circuit op een ander punt dan het beginpunt eindigt. Deze is handig voor het inmeten van een smalle strook land, zoals een kustlijn of een corridor voor een weg. Een geldig polygoon station heeft één of meer oriëntatie achter metingen naar het vorige polygoon station en één of meer metingen naar het volgende polygoon station. Om de sluitfout van een polygoon te berekenen, moet er ten minste één afstandmeting tussen opeenvolgende punten gebruikt in de polygoon zijn.
Een Trimble Terrain Model (TTM) bestand representeert een 3D terreinoppervlak model als een maaswerk van aangrenzende driehoeken.
TRK
Zie volgmethode.
TTM
USNG
United States National Grid (nationaal grid van de Verenigde Staten)
UTC
Universal Time Coordinated. Een standaardtijd, gebaseerd op de gemiddelde locale zonnetijd op de meridiaan van Greenwich. Zie ook GPS tijd.
VBS
Virtual Base Station (virtueel basisstation).
VDOP
Vertical Dilution of Precision. Zie ook DOP.
verticale cirkel
Schijf met schaalverdeling of digitale schijf waarmee de verticale hoek wordt gemeten.
VPS
verticaal snijpunt
WAAS
Wide Area Augmentation System. Een aanvullingssysteem dat met satellieten werkt (Satellite‑Based Augmentation System, SBAS) en de accuraatheid en beschikbaarheid verbetert van de gewone GNSS signalen in het dekkingsgebied, dat het continent van de Verenigde Staten en afgelegen delen van Canada en Mexico omvat.
gewicht exponent
De gewicht exponent wordt gebruikt bij de berekening van de lokale inpassing. Wanneer de coördinatenvereffening die op een nieuw punt moet worden toegepast wordt berekend, worden de berekende afstanden van elk nieuw punt naar de controlepunten gebruikt voor de standplaats instelling gewogen volgens de gewicht exponent.
In termen van een wegontwerp is verbreding het verbreden van de weg rond een bocht, om extra veiligheid te bieden aan bestuurders die de bocht nemen. Verbreding wordt in het algemeen gedefinieerd in samenhang met superelevatie.
WGS‑84
World Geodetic System (1984). De mathematische ellipsoïde, gebruikt voor GPS sinds januari 1987. Zie ook ellipsoïde.