Instrument camera opties

In dit onderwerp beschrijven we de opties voor de camera in een instrument uitgerust met Trimble VISION technologie.

Om naar de camera opties te gaan, tikt u op op de Video werkbalk.

Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van het aangesloten instrument.

Geconfigureerde camera opties voor de Trimble SX10 scanner total station gelden voor de Overzicht-, Primaire en Telecamera's. Alleen de witbalans opties gelden voor de loodlijn camera.

Helderheid

Regelen van de helderheid van het videobeeld op het scherm van de bedieningseenheid en in vastgelegde opnames. Zet de helderheid hoger om schaduwen en middentonen in een beeld helderder te maken zonder de lichtere delen te beïnvloeden.

Scherpte

Scherpte bepaalt hoe snel de overgang van informatie gaat bij een rand in de afbeelding op het scherm van de bedieningseenheid en in vastgelegde afbeeldingen. Een hogere scherpte geeft scherpere overgangen en meer duidelijke randen.

Verhogen van de scherpte geeft meer ruis in de afbeelding; bij een te hoge scherpte ontstaat een korrelig beeld.

Spot belichting

Wanneer u een beeld met een gelijkmatige belichting vastlegt, adviseert Trimble de instelling Spot belichting op Uit te zetten, zodat de lichtniveaus binnen het gehele frame worden gemeten en de belichting wordt gemiddeld zonder een bepaald deel een bepaalde weging te geven, zodat de heldere en donkere delen van het beeld gebalanceerd zijn.

Wanneer u het instrument richt, of voor beelden met onregelmatige belichting, adviseert Trimble Spot belichting op Gemiddeld te zetten. Wanneer u Gemiddeld selecteert, verdeelt de software de rechthoek in vier vensters van gelijke grootte en berekent de gemiddelde belichting om de belichting van het totale beeld in te stellen. Er verschijnt SE onder de middelste rechthoek en alleen het gedeelte binnen de rechthoek wordt gebruikt om het lichtniveau te meten. Tik in de afbeelding om de rechthoek naar een andere positie te verplaatsen.

Wit balans

Regelen van de lichtniveaus in het videobeeld op het scherm van de bedieningseenheid en in vastgelegde opnames. De standaard instelling is Auto. In de meeste gevallen kunt u correcte kleuren in uw beelden krijgen door deze instelling op Auto te laten staan.

Wanneer u onder extreme of ongebruikelijke lichtomstandigheden werkt, kunt u mogelijk betere kleuren krijgen door een van de volgende te selecteren:

  • Buiten bij helder weer selecteert u Daglicht.
  • Onder kunstlicht selecteert u Gloeiend.
  • Buiten bij bewolkt weer selecteert u Bewolkt.

Handmatige focus

Het keuzevakje Handmatige focus verschijnt alleen wanneer de Telecamera wordt gebruikt. Selecteer het vakje om autofocus uit te schakelen en tik vervolgens op de pijlen om de focus van de camera in te stellen. Indien ingeschakeld, verschijnt er MF onder de middelste rechthoek. Handmatige focus is vooral handig als de camera automatisch op een dichtbijzijnd object heeft gefocust dat zich op een andere afstand bevindt dan het object waarop u wilt scherpstellen.

Wit balans

In de meeste gevallen krijgt u de juiste kleuren in uw beelden door Auto te selecteren en vervolgens de meest geschikte Scene modus. Als het beeld echter getint is, selecteert u Handmatig, stelt u de wit balans handmatig bij en legt u het beeld opnieuw vast. Druk op Witbalans instellen om de nieuwe wit balans instelling op te slaan.

Scene modus

Selecteer de Scene modus die het meest geschikt is voor de lichtomstandigheden op de locatie:

  • Buiten bij helder weer selecteert u Helder zonnig of Daglicht.
  • Onder kunstlicht selecteert u Halogeen.
  • Onder fluorescentieverlichting selecteert u Warm fluorescerend of Koud fluorescerend.

Witbalans instellen

Druk op Witbalans instellen om de witbalans aan de inhoud van het huidige frame aan te passen. Dit wordt als witbalans gebruikt totdat u opnieuw op Witbalans instellen drukt.

Bij deze instelling wordt ervan uitgegaan dat het beeld ingekaderd in het videoscherm een gemiddelde kleur van middengrijs heeft. Als dat niet het geval is, adviseert Trimble een middengrijs kaart voor de camera te houden en de camera op de kaart scherp te stellen alvorens op Witbalans instellen te drukken.

Spot belichting

Wanneer u een beeld met een gelijkmatige belichting vastlegt, adviseert Trimble de instelling Spot belichting op Uit te zetten, zodat de lichtniveaus binnen het gehele frame worden gemeten en de belichting wordt gemiddeld zonder een bepaald deel een bepaalde weging te geven, zodat de heldere en donkere delen van het beeld gebalanceerd zijn.

Wanneer u het instrument richt, of voor beelden met onregelmatige belichting, adviseert Trimble de spot belichting in te schakelen. Wanneer ingeschakeld, wordt alleen het gedeelte binnen de middelste rechthoek gebruikt om het lichtniveau te meten. De software verdeelt de middelste rechthoek in vier vensters van gelijke grootte en vergelijkt die met elkaar om de belichting van het beeld aan te passen.

Wanneer u selecteert:

  • Gemiddeld, berekent de software de gemiddelde belichting van de vier vensters binnen de middelste rechthoek en gebruikt die waarde om de belichting van het beeld aan te passen.

  • Lichter maken, selecteert de software het donkerste van de vier vensters en past de belichting van het beeld zodanig aan dat het donkerste venster correct belicht wordt.

    Gebruik Lichter maken bijvoorbeeld wanneer u een beeld van een donker huis of de hoek van een dak tegen een heldere hemel vastlegt. Het donkere huis of de hoek van het dak wordt dan lichter gemaakt.

  • Donkerder, selecteert de software het lichtste van de vier vensters en past de belichting van het beeld zodanig aan dat het lichtste venster correct belicht wordt.

    Gebruik Donkerder bijvoorbeeld wanneer u een beeld door een ruit heen vastlegt. De objecten achter het glas worden donkerder gemaakt, zodat ze beter zichtbaar zijn.

Helderheid

Regelen van de helderheid van het videobeeld op het scherm van de bedieningseenheid en in vastgelegde opnames. Zet de helderheid hoger om schaduwen en middentonen in een beeld helderder te maken zonder de lichtere delen te beïnvloeden.

Contrast

Regelen van het contrast van het videobeeld op het scherm van de bedieningseenheid en in vastgelegde opnames. Zet het contrast hoger om beelden sprekender te maken, of lager om beelden somberder te maken.

Wit balans

Regelen van de lichtniveaus in het videobeeld op het scherm van de bedieningseenheid en in vastgelegde opnames.

Selecteer de instelling die het best past bij de lichtomstandigheden op de locatie:

  • Buiten bij helder weer selecteert u Daglicht.
  • Onder kunstlicht selecteert u Gloeiend.
  • Onder fluorescentieverlichting selecteert u Fluorescerend.