Internet instelling m.b.v. een afzonderlijke smartphone
U kunt de bedieningseenheid met het Internet verbinden met behulp van een afzonderlijke smartphone. Verbind de smartphone met de bedieningseenheid via een Wi-Fi of Bluetooth verbinding. De bedieningseenheid gebruikt dan de verbinding van de smartphone met het 3G of 4G mobiele breedband netwerk om met het Internet te verbinden.
In het algemeen hebben Wi-Fi verbindingen snellere dataverbindingen, maar verbruiken meer batterijcapaciteit op beide apparaten dan Bluetooth verbindingen.
U kunt maar één Wi-Fi verbinding tegelijkertijd actief hebben, dus als u de bedieningseenheid met een Trimble SX10 of SX12 scanner total station verbonden hebt via Wi-Fi, moet u met de smartphone verbinden via Bluetooth.
-
Op de telefoon schakelt u de instelling Mobiele hotspot of Portable hotspot in.
Hiermee zet u Wi-Fi op de telefoon uit, zodat de telefoon nu in Access Point modus is. Een melding toont de naam van het aangemaakte AP en de benodigde passkey.
Om deze instelling op uw telefoon te vinden, opent u de Instellingen app en typt u hotspot in het veld Zoeken.
- Verbind de bedieningseenheid met de telefoon.
- Als op de bedieningseenheid Windows draait:
- Druk op de Windows toets om de Windows taakbalk weer te geven en tik daarna op het Draadloos netwerk symbool .
- Als het vak Wi-Fi grijs is, tikt u erop om het in te schakelen. Het vak wordt blauw.
- In de lijst van Wi-Fi netwerken selecteert u de naam van het Access Point van uw telefoon en daarna voert u de vereiste passkey in.
- Tik op Verbinden.
- Als op de bedieningseenheid Android draait:
- Veeg omlaag vanaf het meldingen gebied boven aan het scherm.
- Als het Wi-Fi symbool grijs is, tikt u erop en zet u de Wi-Fi schakelaar op Aan.
- In de lijst van Wi-Fi netwerken selecteert u de naam van het Access Point van uw telefoon en daarna voert u de vereiste passkey in.
- Tik op Verbinden.
- Als op de bedieningseenheid Windows draait:
- Open uw browser en voer een URL in om te controleren of de bedieningseenheid met het Internet kan verbinden.
- Als u deze internetverbinding wilt gebruiken voor een RTK-gegevenskoppeling op internet, tikt u op de gegevenskoppelingspagina van de enquêtestijl naast het GNSS Internet bronveld en selecteert u Bedieningseenheid Internet. Zie Een rover Internet dataverbinding configureren.
-
Om de verbinding tussen de bedieningseenheid en uw smartphone te verbreken, tikt u op het Draadloos netwerk symbool op de Windows taakbalk, selecteert u het access point van de telefoon en tikt u op Verbreken.
De volgende keer dat u de Internet verbinding van de telefoon weer wilt gebruiken, schakelt u de instelling Mobiele hotspot of Portable hotspot op de telefoon in en daarna selecteert u op de bedieningseenheid het draadloze netwerk en tikt u op Verbinden.
Als op de bedieningseenheid Windows draait:
- Koppel de smartphone met de bedieningseenheid. Daarvoor gaat u als volgt te werk:
- Schakel Bluetooth op het apparaat in.
Op de bedieningseenheid drukt u op de Windows toets om de Windows taakbalk weer te geven en daarna tikt u op de pijl voor het systeemvak. Tik op het Bluetooth symbool en selecteer Een Bluetooth apparaat toevoegen. Zorg dat Bluetooth op Aan staat.
De naam van de bedieningseenheid wordt onder de schakelaar Bluetooth Aan weergegeven.
- Op de bedieningseenheid tikt u op Bluetooth of ander apparaat toevoegen. Selecteer Bluetooth als het type apparaat. In de lijst van apparaten op de bedieningseenheid selecteert u de naam van uw telefoon.
Desgevraagd tikt u op OK of Verbinden op elk apparaat, om te bevestigen dat de passkey correct is.
Als er een lange lijst van Bluetooth apparaten op de bedieningseenheid is, veegt (bladert) u omlaag om de passkey bevestiging aanwijzing en knoppen te zien. De aanwijzing verdwijnt na enkele seconden, dus als u hem hebt gemist, tikt u op Annuleren en herhaalt u stap (c) en (d).
- Op de bedieningseenheid tikt u op Klaar.
-
Op de telefoon schakelt u de instelling Bluetooth tethering of Internet tethering in, zodat de Internet verbinding van uw telefoon met een ander apparaat kan worden gedeeld.
Om deze instelling op uw telefoon te vinden, opent u de Instellingen app en typt u tethering in het veld Zoeken.
- De Internet verbinding van de telefoon op de bedieningseenheid gebruiken:
Druk op de Windows toets om de Windows taakbalk weer te geven en tik daarna op de pijl om het systeemvak weer te geven. Tik op het Bluetooth symbool en selecteer Met een Personal Area Network verbinden.
Het Windows venster Apparaten en printers verschijnt. Wacht even tot de verbonden telefoon verschijnt.
Tik op de telefoon en selecteer in de opties boven aan het venster Verbinden via / Access point.
- Open op de bedieningseenheid uw Internet browser en voer een URL in om te controleren of de bedieningseenheid met het Internet kan verbinden.
- Als u deze internetverbinding wilt gebruiken voor een RTK-gegevenskoppeling op internet, tikt u op de gegevenskoppelingspagina van de enquêtestijl naast het GNSS Internet bronveld en selecteert u Bedieningseenheid Internet. Zie Een rover Internet dataverbinding configureren.
-
Om het gebruik van de Internet verbinding van de telefoon te beëindigen, gaat u terug naar het Windows venster Apparaten en printers, selecteert u de telefoon en tikt u op Verbinding met apparaat netwerk verbreken.
De volgende keer dat u de Internet verbinding van de telefoon weer wilt gebruiken, verbindt u de apparaten via Bluetooth en herhaalt u de stappen in stap (3) hierboven.
Als op de bedieningseenheid Android draait:
- Koppel de smartphone met de bedieningseenheid. Daarvoor gaat u als volgt te werk:
- Schakel Bluetooth op het apparaat in.
Veeg op de bedieningseenheid omlaag vanaf het meldingengebied boven aan het scherm en tik op het Bluetooth symbool.
- In de lijst van apparaten op de bedieningseenheid selecteert u de naam van uw telefoon.
Desgevraagd tikt u op OK of Koppelen op elk apparaat, om te bevestigen dat de passkey correct is.
- Op de bedieningseenheid tikt u op Klaar.
-
Tik op de telefoon, wanneer u wordt gevraagd om Bluetooth tethering toe te staan, op Toestaan. Als deze melding niet automatisch verschijnt, schakelt u de instelling op uw telefoon in.
Om deze instelling op uw telefoon te vinden, opent u de Instellingen app en typt u tethering in het veld Zoeken.
- Open op de bedieningseenheid uw Internet browser en voer een URL in om te controleren of de bedieningseenheid met het Internet kan verbinden.
- Als u deze internetverbinding wilt gebruiken voor een RTK-gegevenskoppeling op internet, tikt u op de gegevenskoppelingspagina van de enquêtestijl naast het GNSS Internet bronveld en selecteert u Bedieningseenheid Internet. Zie Een rover Internet dataverbinding configureren.
-
Om het gebruik van de Internet verbinding van de telefoon te beëindigen, gaat u terug naar het Windows venster Apparaten en printers, selecteert u de telefoon en tikt u op Verbinding met apparaat netwerk verbreken.