Features van bestaande punten tekenen
Gebruik de CAD werkbalk in de Tekenmodus om bestaande punten op de kaart te selecteren en daartussen gecodeerd lijnenwerk te creëren. U kunt lijnen, bogen en rug-tegen-rug bogen tekenen. U kunt ook lijnenwerk dat u hebt aangemaakt m.b.v. de CAD werkbalk verwijderen.
- Tik op de knop Lijn tekenen .
- Desgewenst tikt u op de knop Start aansluit sessie en daarna selecteert u de feature code in de lijst van feature codes die in de feature bibliotheek is gedefinieerd. De geselecteerde feature code wordt toegevoegd aan het Code veld.
- Op de kaart drukt u op het beginpunt van de lijnreeks die u wilt maken. De feature codes in het Code veld worden alleen op het startpunt toegepast. De feature code die op het eerste punt is toegepast, wordt ook op de lijn toegepast.
-
Druk op nog meer punten tot de lijnreeks voltooid is.
Terwijl u elk volgend punt selecteert, wordt er een lijn tussen de twee geselecteerde punten getekend, waarna het eerste punt wordt gedeselecteerd.
- Om te stoppen met lijnen tekenen, tikt u nogmaals op de knop Lijn tekenen .
- Tik op de knop Boog tekenen .
- Desgewenst tikt u op de knop Start aansluit sessie en daarna selecteert u de feature code in de lijst van feature codes die in de feature bibliotheek is gedefinieerd. De geselecteerde feature code wordt toegevoegd aan het Code veld.
-
Op de kaart drukt u op het beginpunt van de boogreeks die u wilt maken.
De punten waaruit de boog bestaat moeten achtereenvolgens zijn gemeten. Daarom is het niet altijd mogelijk om punten op bogen aan te sluiten.
-
Druk op nog meer punten tot de boogreeks voltooid is.
Terwijl u elk volgend punt selecteert, wordt er een rode streepjeslijn tussen de punten getekend, totdat er genoeg punten zijn geselecteerd en er een boog vanaf het eerste punt kan worden getekend. Terwijl de boog wordt getekend, wordt het vorige punt gedeselecteerd.
- Om te stoppen met bogen tekenen, tikt u nogmaals op de knop Boog tekenen .
Om een rug-tegen-rug boog te tekenen, tikt u op de knop Rug-tegen-rug boog nadat u de eerste boog voltooid hebt en voordat u het tweede punt van de tweede boog selecteert. Nadat het eerste deel van de boog getekend is tussen het eerste en tweede punt van de boog, gaat de knop terug in de niet-geselecteerde toestand.
Als u punten in een doorlopende lijn hebt verbonden, maar u wilt die lijn onderbreken, selecteert u het punt net vóór de onderbreking en tikt u op Reeks verbinden beëindigen.
De code Reeks verbinden beëindigen wordt toegevoegd aan het Code veld. De code Reeks verbinden beëindigen zorgt ervoor dat het volgende punt dat dezelfde feature code heeft niet met deze lijn wordt verbonden.
Als het geselecteerde punt zich midden in een lijn bevond, dan wordt met het volgende punt een nieuwe lijn begonnen.
-
Op de kaart selecteert u de lijnen of bogen die u wilt verwijderen.
- Druk op de Wis knop .
-
Selecteer de feature(s) die u wilt verwijderen in de lijst en tik op Enter.
De lijnen en bogen worden verwijderd en de feature codes worden uit de betreffende punten verwijderd. De punten blijven echter wel aanwezig in de job.