Punten op een vlak meten

In een conventionele meting gebruikt u de methode Punten op vlak meten om een vlak te definiëren en vervolgens punten ten opzichte van dat vlak te meten.

Om een horizontaal, verticaal, of hellend vlak te definiëren, kunt u punten in de job selecteren of nieuwe punten meten. Na het definiëren van het vlak meet u een:

  • Alleen hoeken meting naar het vlak om een hoeken en berekende afstand waarneming naar het vlak te creëren.
  • Hoeken en afstand meting naar het vlak om de loodrechte offset t.o.v. het vlak te berekenen.

Welk type vlak door de software wordt berekend, is afhankelijk van het aantal geselecteerde punten:

Aantal punten Type vlak

1

Horizontaal

2

Verticaal door 2 punten

3 of meer

Vlak met residuen (bij 3 punten zullen de residuen 0 zijn). Het vlak kan een "vrij" vlak zijn, aangemaakt als een best passend (typisch gekanteld) vlak door alle punten, of een "verticaal" vlak, ingeperkt tot een best passend verticaal vlak door alle punten. Tik op de softkey Vrij / Verticaal om tussen deze twee te wiselen.

  1. Tik op en selecteer Meten / Punten op vlak meten.
  2. Het vlak definiëren:
    1. Tik op Voeg in om de punt selectiemethode te selecteren en selecteer een of meer punten om het vlak te definiëren, of tik op Meten om naar het scherm Meet punt te gaan en meet een nieuw punt om voor het definiëren van het vlak te gebruiken. Voeg ten minste genoeg punten toe of meet die om het gewenste vlak te definiëren.
    2. Tik op Bereken om het vlak te berekenen.
    3. Als u voor het vlak 3 of meer punten gebruikt, kunt u op Verticaal tikken om een verticaal ingeperkt vlak te berekenen. Desgewenst tikt u op Vrij om het vlak opnieuw te berekenen d.m.v. de beste passing door alle punten.
    4. Gebruik de waarden in de kolom Residuen om punten te identificeren die u wilt uitsluiten. Tik op een rij in de tabel om een punt uit te sluiten of op te nemen en het vlak automatisch opnieuw te berekenen. De waarden in de Residuen kolom worden bijgewerkt.
  3. Tik op Doorgaan om punten ten opzichte van het vlak te meten.
  4. voert u de Punt naam in.
  5. Selecteer de Methode die u wilt gebruiken om het punt te berekenen:
    • Hoek en afstand berekent coördinaten voor het gemeten punt, alsmede de afstand van het punt tot het vlak.
    • Alleen hoek berekent coördinaten voor het gemeten punt met behulp van het snijpunt van de gemeten hoeken en het vlak.

    Wanneer u met Hoeken en afstand meet, configureert u de instrument EDM instellingen zo dat de tracking modus wordt ingeschakeld, zodat de delta afstand tot het vlak continu wordt geactualiseerd.

  6. Druk op Meet.
  7. Druk op Opsl.