Coördinaat formaat instellingen
U kunt de Coördinaat formaat instellingen wijzigen wanneer u een punt bekijkt in het scherm Bekijk job of de Punt manager, of wanneer u een punt intoetst.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Globale | Weergeven als B, L, H coördinaten in de Globale referentie datum en de Globale referentie epoch. |
Lokaal | Weergeven als lokale ellipsoïdale breedtegraad, lengtegraad en hoogte. |
Grid | Weergeven als northing, easting en elevatie. |
Grid (lokaal) | Weergeven als northing, easting en elevatie ten opzichte van een transformatie. |
ECEF (Wereld) | Weergeven als Earth‑Centered, Earth‑Fixed X, Y, Z coördinaten in de Globale referentie datum met de Globale referentie epoch. |
ITRF 2020 | Weergeven als X, Y, Z en T (tijd/epoch van meting) coördinaten in het ITRF 2020 referentiekader. |
Station en offset | Weergeven als station, offset of verticale afstand t.o.v. een lijn, boog, polylijn, alignement, weg |
Az VH SA | Weergeven als azimut, verticale hoek en schuine afstand. |
HH VH SA (ruw) | Weergeven als horizontale hoek, verticale hoek en schuine afstand. |
Az HA VA | Weergeven als azimut, horizontale afstand en verticale afstand. |
HH HA VA | Weergeven als horizontale hoek, horizontale afstand en verticale afstand. |
Δ Grid | Weergeven als verschillen in Northing, Easting en Elevatie vanaf het instrumentpunt. |
USNG/MGRS | Weergeven als USNG/MGRS reeks (gebaseerd op de lokale ellipsoïde) en hoogte. |
- De Globale referentie datum en de Globale referentie epoch worden weergegeven in het scherm Coördinatensysteem selecteren van de job eigenschappen. Zie Coördinatensysteem.
- Bij intoetsen van een punt en bij alle opties behalve Grid of Grid (lokaal) worden de berekende grid coördinaten eveneens weergegeven. Om Grid (lokaal) te kunnen selecteren, moet de optie Uitgebreid geodetisch in het scherm Cogo instellingen ingeschakeld zijn.
Als de coördinaat waarde bij het bekijken van een punt ? is, kan één van de volgende situaties zich hebben voorgedaan:
- Het punt kan als een GNSS punt opgeslagen zijn, maar met het veld Coördinaat formaat ingesteld op Lokaal of Grid, terwijl er geen datum transformatie en projectie gedefinieerd zijn. Om dit te corrigeren, wijzigt u de instelling van Coördinaat formaat in Globale, definieert u een datum transformatie en/of projectie, of kalibreert u de job.
- Het punt kan opgeslagen zijn als Grid (lokaal) punt en met het veld Coördinaat formaat ingesteld op Grid, maar er is nog geen transformatie gedefinieerd om het punt van Grid (lokaal) naar Grid te converteren.
- Het punt kan opgeslagen zijn als een polaire vector van een punt dat verwijderd is. Om dit te corrigeren, zet u het punt terug.
- In een 2D meting kan een projectie gedefinieerd zijn met de project hoogte als null. Om dit te corrigeren, zet u Project hoogte bij benadering op de hoogte van de locatie.
Om Grid (lokaal) te kunnen selecteren, moet de optie Uitgebreid geodetisch in het scherm Cogo instellingen ingeschakeld zijn.
- In Punt manager of Bekijk job tikt u op Toon en daarna selecteert u Grid (lokaal).
- Om de Grid (lokaal) transformatie voor de coördinaten weergave te selecteren, of om een transformatie aan te maken, selecteert u Opties.
-
Doe één van de volgende dingen:
- Om de originele Grid (lokaal) waarden te bekijken, selecteert u Origineel grid lokaal weergeven en drukt u op Accept.
- Om een nieuwe weergavetransformatie aan te maken, selecteert u Nieuwe transformatie aanmaken. Tik op Volgend en voer de benodigde stappen uit. Zie Transformaties.
-
Om een bestaande weergavetransformatie te selecteren, selecteert u Transformatie selecteren. Selecteer de weergavetransformatie in de lijst. Druk op Accept.
- De 'invoer' transformatie transformeert een punt van de oorspronkelijk ingevoerde Grid (lokaal) coördinaten naar database grid coördinaten.
- De 'weergave' transformatie transformeert een punt, ongeacht hoe het opgeslagen is, van de database grid coördinaten naar weergegeven berekende Grid (lokaal) coördinaten.
- Wanneer u het oorspronkelijke Grid (lokaal) bekijkt, worden punten die niet als Grid (lokaal) opgeslagen zijn als nul Noord (lokaal), Oost (lokaal) en Elev (lokaal) weergegeven.
- Wanneer u een weergave transformatie selecteert, worden alle database grid punten met behulp van de huidige weergave transformatie weergegeven. Als de weergave transformatie verschilt van de oorspronkelijke transformatie, verschillen de berekende Grid (lokaal) coördinaten van de oorspronkelijk ingevoerde Grid (lokaal) coördinaten. Om de oorspronkelijke Grid (lokaal) coördinaten weer te geven, zet u Coördinaat formaat op Als opgeslagen.Transformatie (als opgeslagen) wordt weergegeven wanneer u Grid (lokaal) bekijkt en Coördinaat formaat op Als opgeslagen is gezet.Transformatie (weergave) verschijnt wanneer u Grid (lokaal) bekijkt en Coördinaat formaat op Grid (lokaal) is gezet.
- Een punt dat als Grid (lokaal) punt ingevoerd wordt, wordt in het oorspronkelijke formaat in de job opgeslagen als Grid (lokaal) punt. De invoer transformatie om het punt naar een database grid punt te transformeren, wordt typisch toegewezen op het moment dat het punt ingevoerd wordt, maar de transformatie kan later worden aangemaakt en vervolgens aan het/de punt(en) toegewezen met behulp van Punt manager.
Punten bekijken op station en offset t.o.v. een item zoals een lijn, boog, polylijn, alignement,
- Tik op en selecteer Job data / Punt manager.
- Tik op Toon en selecteer Station en offset.
- Tik op Opties.
- Selecteer het item Type en de naam van het item. Als u Weg in het veld Type selecteert, moet u het Wegformaat selecteren voordat u de Weg naam selecteert.
- Druk op Accept.
Als Coördinaat formaat is ingesteld op Station en offset t.o.v. een weg
- het horizontale alignement opeenvolgende elementen bevat die niet-tangentiaal zijn;
- het punt zich voorbij het eindtangentpunt van het inkomende element bevindt, maar vóór het begintangentpunt van het volgende element; en
het punt zich aan de buitenkant van het horizontale alignement bevindt.
Een uitzondering hierop is als de afstand van het punt tot het snijpunt groter is dan de afstand tot een ander element in het horizontale alignement. In dat geval zijn de station en offset voor het punt tot het dichtstbijzijnde element.
Als het punt zich aan de binnenkant van het horizontale alignement bevindt, zijn de station en offset ten opzichte van het dichtstbijzijnde horizontale element.
Als het punt zich vóór het begin van het horizontale alignement of voorbij het einde van het alignement bevindt, zijn de station en offset voor het punt null.
Om de term die in de software voor afstanden wordt gebruikt te veranderen in chainage in plaats van de standaard term station, tikt u op en selecteert u Instellingen / Taal.