Instrument video
Om het Video beeld van het instrument te bekijken, tikt u op op de werkbalk van de kaart of op het Instrument symbool op de statusbalk om het scherm Instrument functies te openen en daarna tikt u op Video.
Het Video beeld is beschikbaar indien verbonden met een Trimble SX10 of SX12 scanner total station, of een Trimble VX Spatial Station of Trimble S Series total station die met Trimble VISION technologie uitgerust is.
U kunt de video uitvoer van de geïntegreerde camera van het instrument als volgt gebruiken:
- U kunt het zichtveld van de telescoop op het scherm van de bedieningseenheid bekijken, zodat u niet door de telescoop hoeft te kijken.
- U kunt de beweging van het instrument vanaf het Video scherm regelen.
- U kunt beelden vastleggen.
- U kunt objecten van verschillende bronnen in 3D op het Videoscherm geprojecteerd bekijken.
- Meten met DR gaat makkelijker.
- U kunt controleren of alle benodigde metingen zijn uitgevoerd.
- Belangrijke visuele informatie, zoals de omstandigheden op de locatie, kan worden gedocumenteerd.
Om naar de kaart terug te gaan, tikt u op op de Video werkbalk.
U kunt de CAD werkbalk gebruiken om lijn, boog en polygoon features te maken met behulp van besturingscodes terwijl u punten meet. Om de CAD werkbalk in het videobeeld weer te geven, moet u de CAD werkbalk op de kaart hebben ingeschakeld, een meting hebben gestart en het formulier Meet topo of Meet codes hebben geopend. Tik op op de werkbalk van de kaart om naar het videobeeld te gaan en punten te meten met behulp van de CAD werkbalk.
Instrumenten uitgerust met Trimble VISION technologie hebben een of meer ingebouwde camera's.
Voor alle instrumenten geldt dat als de gebruikte camera niet coaxiaal met het EDM is, u een afstand nodig hebt om de parallax te corrigeren.
Bij gebruik van een Trimble SX10 of SX12 scanner total station:
- is de Telecamera coaxiaal, dus is er geen parallax.
- De Primaire en Overzichtscamera's zijn niet‑coaxiaal.
- Het EDM meet automatisch afstand wanneer het Video scherm geopend is, zodat het EDM niet in volgmodus hoeft te zijn. Als het EDM een signaal terugkrijgt, verschijnt het binnenste dradenkruis in het Video scherm en wordt een evt. parallax gecorrigeerd.
Bij gebruik van een Trimble VX Series of S Series instrument uitgerust met Trimble VISION technologie:
- heeft het instrument één camera die niet‑coaxiaal is.
- U moet het EDM in volgmodus zetten om een afstand te verkrijgen, zodat het binnenste dradenkruis in het Video scherm verschijnt en de parallax corrigeert.
Vanwege de resolutie van het videobeeld kan er een verschil van maximaal één pixel zijn tussen de kruisdraden in het videobeeld en de kruisdraden die door de telescoop zichtbaar zijn. Dit verschil is bij alle overlay informatie zichtbaar.
Opnamen die worden gemaakt tussen 3°36' (4 gon) en het zenit worden niet direct gekoppeld aan de puntdata in de Trimble RealWorks Survey software.
Objecten gedefinieerd in 3D worden op het videobeeld geprojecteerd (overlay) om ze in 3D weer te geven. De overlay objecten kunnen van verschillende bronnen afkomstig zijn:
- punten, lijnen, bogen en polylijnen in de job
- punten uit gekoppelde jobs en gekoppelde CSV bestanden
- gekoppelde BIM-modellen (alleen SX10/SX12 video)
- gekoppelde punt- en lijnbestanden (DXF, LandXML, 12da, Shapefiles)
- gekoppelde wegbestanden (RXL, LandXML, GENIO)
- scanpuntenwolken van .rwcx scanbestanden en .tsf scanbestanden
- inspectie puntenwolken, gemaakt m.b.v. de cogo functie Oppervlak inspectie.
Om te bepalen welke data zichtbaar is op het Video scherm, tikt u op op de Video werkbalk.
Als u de weergave van data op het Video scherm wilt veranderen, tikt u op om de Video Instellingen te openen en de instellingen in de groep Kaartbestanden te wijzigen. Zie Video instellingen.
- Objecten kunnen alleen worden weergegeven als die in 3D gedefinieerd zijn. Hiervoor moet een volledige 3D standplaats instelling uitgevoerd zijn, inclusief een gedefinieerde standplaats hoogte en instrument hoogte.
- Objecten die op het videoscherm worden getoond, kunnen niet worden geselecteerd.
- Alleen grid coördinaten worden weergegeven. Als u geen projectie gedefinieerd hebt, worden alleen punten die als grid coördinaten opgeslagen zijn weergegeven.
- Als er een punt met dezelfde naam als een ander punt in de database aanwezig is, wordt het punt met de hoogste zoekklasse weergegeven. Voor meer informatie over hoe de software zoekklassen gebruikt, zie Database zoekregels.