Scanlagen beheren

Op het tabblad Scans in het scherm Lagen manager worden de scanbestanden en gebieden in de huidige job weergegeven.

3D scans aangemaakt met Trimble Access worden opgeslagen in afzonderlijke scanbestanden die bij de job horen. Het formaat van het scanbestand wordt bepaald door het instrument waarmee de scan wordt uitgevoerd:

  • Scan puntenwolken aangemaakt met een Trimble SX10 of SX12 scanner total station worden als .rcwx bestanden in de bijbehorende <project>\<Job naam> Files\SdeDatabase.rwi opgeslagen.
  • Scanpunten aangemaakt met behulp van een Trimble VX Series of S Series instrument dat met Trimble VISION technologie uitgerust is, worden opgeslagen als .tsf bestanden in de bijbehorende map <project>\<Job naam> Files.

Gebieden bevatten scanpunten uit een of meer scan puntenwolken. Maak een gebied om alleen de scanpunten op te nemen waarin u het meest geïnteresseerd bent.

Gebruik het tabblad Scans om scanbestanden op de kaart en in het Video scherm te verbergen of weer te geven.

De kleur naast elke scan van een Trimble SX10 of SX12 scanner total station geeft de kleur aan die wordt gebruikt voor de puntenwolk als Scankleur is geselecteerd als Kleur modus voor puntenwolken. Zie Puntenwolk opties in de Kaart instellingen of Video instellingen.

  1. Om de Lagen manager te openen, gaat u op één van de volgende manieren te werk:

    • Tik op op de Kaart werkbalk of de Video werkbalk.
    • In het scherm Job eigenschappen tikt u op de knop Lagen manager.

  2. Selecteer het tabblad Scans.

  3. Om de data getoond op de Kaart of het Video scherm automatisch bij te werken terwijl u wijzigingen aanbrengt in de Lagen manager, tikt u op de Auto bijwerken softkey. Een vinkje op de Auto bijwerken softkey geeft aan dat Auto bijwerken ingeschakeld is.

    Wijzigingen die worden aangebracht terwijl Auto bijwerken ingeschakeld is, blijven behouden wanneer u de Lagen manager verlaat m.b.v. de toets Accepteren of Esc.

  4. Tik op de bestandsnaam om een scan op de kaart en in het Video scherm te verbergen. Het vinkje in een vierkantje naast de bestandsnaam verdwijnt.

    Om alle scans te verbergen, tikt u op de softkey Geen.

  5. Tik op de bestandsnaam om een scan weer zichtbaar te maken. Het vinkje in een vierkantje verschijnt naast de bestandsnaam, wat aangeeft dat scanpunten zichtbaar en selecteerbaar ("actief") op de kaart en in het Video scherm zijn.

    Om alle scans weer te geven, tikt u op de softkey Alle.

  6. Druk op Accept.

Als u slechts in enkele delen van de zichtbare scan puntenwolken geïnteresseerd bent, maakt u een gebied. Een gebied kan punten uit meerdere .rcwx scans of andere gebieden bevatten.

Het maken van een gebied is vooral handig bij het uitvoeren van een oppervlak inspectie met behulp van de methode Scan t.o.v. scan. Zie Oppervlak inspectie.

  1. Maak op het tabblad Scans van de Lagen manager de scans en gebieden waarin u geïnteresseerd bent zichtbaar en verberg alle andere scans en gebieden.
  2. Selecteer op de kaart of het videoscherm de scanpunten die u in het gebied wilt opnemen.
  3. Houd op de kaart of het videoscherm ingedrukt en selecteer Gebied maken.
  4. Voer de Naam van het gebied in.
  5. Druk op Accept.
  6. Als u het gebied zichtbaar wilt maken in de kaart- en videoweergave, tikt u op de gebiedsnaam op het tabblad Scans van de Lagen manager. Het vinkje in een vierkantje verschijnt naast de bestandsnaam, wat aangeeft dat scanpunten in het gebied zichtbaar en selecteerbaar ("actief") op de kaart zijn.

 

  • Als u duidelijker in een puntenwolk wilt kijken, gebruikt u de Begrenzingsbox om delen van de scan puntenwolk uit te sluiten. Zie Begrenzingsbox.

  • Gebruik indien nodig de softkeys Wis en Hernoem om gebieden en scans te beheren. Om verwijderde items te herstellen, gebruikt u de optie Herstel in Bekijk job.