Kaart instellingen

Gebruik de Kaart instellingen om het uiterlijk van de informatie op het Kaart scherm te wijzigen en om het gedrag van de kaart te configureren.

Om de Kaart instellingen te openen, tikt u op en selecteert u Instellingen. Welke instellingen beschikbaar zijn, is afhankelijk van het verbonden instrument.

Om de informatie die op de kaart wordt weergegeven te wijzigen, tikt u op en daarna selecteert u een optie in de lijst.

De volgende instellingen zijn job‑specifiek en moeten op de kaart voor elke job worden ingesteld: verticale vergroting schaal, grondvlak en oppervlak opties. Andere instellingen gelden voor alle jobs.