Achtergrond afbeelding bestanden

Als uw bedieningseenheid geen toegang heeft tot het Internet om Trimble Maps weer te geven, of als u geen webkaart hebt ingesteld om data van een webkaart provider te gebruiken, kunt u uw eigen afbeeldingsbestanden toevoegen om een achtergrond aan de kaart te geven.

De volgende typen afbeeldingbestanden en bijbehorende wereldbestanden worden ondersteund:

Afbeeldingbestanden Wereldbestanden
GeoTIFF n.v.t.
TIFF (.tif) .wld .tfw
Bitmap (.bmp) .wld .bpw .bmpw
JPG .wld .jgw .jpgw jpegw
PNG (.png) .wld .pgw .pngw

 

  • Met uitzondering van GeoTIFF-bestanden moeten achtergrond afbeeldingsbestanden die u aan het project toevoegt een bijbehorend wereldbestand hebben om op de kaart te worden weergegeven.

  • Alleen 24‑bits kleuren JPG‑bestanden worden ondersteund; zuiver grijstinten JPG‑bestanden worden niet ondersteund.

TIFF-bestanden gaan in het algemeen veel efficiënter om met het gebruik van programmageheugen dan andere achtergrondafbeelding formaten, zoals BMP, JPG of PNG. Dit maakt het mogelijk TIFF‑bestanden met een bestandsgrootte van 100 MB of meer te laden, terwijl maar een paar MB programmageheugen wordt gebruikt. Als het TIFF-bestand echter uit één grote tegel bestaat, betekent dit dat het gehele bestand in het programmageheugen zal worden geladen, waardoor de prestaties van de bedieningseenheid achteruit zullen gaan.

Koppel achtergrond afbeeldingsbestanden aan de job met behulp van het tabblad Kaart bestanden van de Lagen manager.

  1. Om de Lagen manager te openen, gaat u op één van de volgende manieren te werk:

    • Tik op op de Kaart werkbalk of de Video werkbalk.
    • In het scherm Job eigenschappen tikt u op de knop Lagen manager.

  2. Selecteer het tabblad Kaartbestanden.

  3. Om bestanden uit een andere map aan de lijst toe te voegen, tikt u op Toevoegen, navigeert u naar de gewenste map en selecteert u het bestand dat u wilt toevoegen. U hoeft het wereldbestand niet te selecteren, de software controleert automatisch op het compatibele wereldbestand.

    Als u een kaartbestand toevoegt dat op een USB-station is opgeslagen, kopieert de software het bestand automatisch naar de huidige projectmap en koppelt vervolgens aan dat bestand.

  4. Tik op Accept om terug te gaan naar de Lagen manager. Een enkel vinkje naast de bestandsnaam op het tabblad Kaartbestanden geeft aan dat dit bestand zichtbaar is in de kaart. Tik nogmaals op het bestand als u de afbeelding op de kaart wilt verbergen.

  5. Als u een beter contrast wilt hebben met features in de job of in andere gekoppelde bestanden, tikt u op de werkbalk van de kaart en selecteert u Transparantie. Daarna beweegt u de eerste schuifregelaar naar links om de transparantie van het achtergrond afbeeldingsbestand te vergroten.