Opties voor auto verbinden
Als auto verbinden ingeschakeld is, probeert de Trimble Access software automatisch verbinding te maken met de GNSS-ontvanger of het conventionele instrument die/dat met de bedieningseenheid verbonden is zodra u de software start. Voor een lijst van ondersteunde instrumenten en ontvangers, zie Ondersteunde apparatuur.
Als de software automatisch met een apparaat probeert te verbinden, knippert het automatisch verbinden symbool op de statusbalk. Als de software is geconfigureerd om automatisch met verschillende typen apparaten te verbinden, toont de statusbalk telkens een ander symbool terwijl de software met elk type apparaat probeert te verbinden.
U hoeft niet te wachten tot de software automatisch verbinding heeft gemaakt. Om de software op enig moment te forceren om met het apparaat verbonden met de bedieningseenheid verbinding te maken, selecteert u de meetmethode en start u de meting.
Als er meerdere auto verbinden symbolen en een rode x worden weergegeven, dan is auto verbinden voor alle apparaat typen uitgeschakeld.
- De instellingen voor Auto verbinden openen:
- Tik op het auto verbinden symbool op de statusbalk voordat u verbinding maakt met een apparaat.
- Tik op en selecteer Instellingen / Verbindingen. Selecteer het tabblad Auto verbinden.
-
Om het automatisch verbinden sneller te doen plaatsvinden, schakelt u keuzevakjes op het tabblad Auto verbinden uit, om het auto verbinden uit te schakelen voor apparaten waarmee u meestal geen verbinding maakt.
- Als u verbinding maakt met het instrument met een andere verbindingsmethode dan een kabel, selecteert u het juiste tabblad in het scherm Verbindingen voor uw verbindingsmethode en configureert u de verbinding.
Als het verbonden instrument een Trimble SX12 scanner total station met firmware S2.7.x of hoger erop geïnstalleerd is en Trimble Access verbinding maakt met het instrument via Wi-Fi of Wi-Fi HaLow, wordt u mogelijk gevraagd het wachtwoord voor het verbinden van het instrument in te voeren. Zie Instrument wachtwoord voor meer informatie.
Als u PIN-code beveiliging hebt ingeschakeld in het scherm Instrument instellingen, verschijnt het scherm Instrument ontgrendelen wanneer u verbinding maakt met een Trimble instrument. Voer de PIN-code in en tik op Accepteren.
Wanneer u Instrument functies gebruikt om de verbinding met het total station te verbreken, wordt automatisch verbinden tijdelijk uitgeschakeld.
Om auto verbinden weer aan te zetten, tikt u op het auto verbinden symbool op de statusbalk. Als automatisch verbinden tijdelijk uitgeschakeld is, wordt het met eenmaal tikken weer ingeschakeld en is een tweede maal tikken nodig om het tabblad Auto verbinden van het scherm Verbindingen weer te geven.
Om verbinding te maken met een instrument van een ander merk moet u een verbinding forceren door de meting te starten. Bij gebruik van instrumenten van andere merken moet u auto verbinden uitschakelen. Sommige commando's die door automatisch verbinden worden gebruikt, kunnen conflicten veroorzaken bij de communicatie met instrumenten van andere merken.
Voor een betere betrouwbaarheid van verbindingen wordt automatisch verbinding maken met een GNSS-ontvanger nu automatisch uitgeschakeld voor alle bedieningseenheden wanneer de software met een conventioneel instrument verbindt. Automatisch verbinden wordt automatisch opnieuw ingeschakeld wanneer de verbinding met het instrument wordt verbroken, of wanneer een geïntegreerde meting wordt gestart.
Als de software geconfigureerd is voor de Rover modus of Base modus, probeert de software automatisch te verbinden met de ontvanger geconfigureerd op het tabblad Bluetooth van het scherm Verbindingen:
- Als de software in de Rover modus is, probeert deze te verbinden met de ontvanger geconfigureerd in het veld Met GNSS rover verbinden.
- Als de software in de Base modus is, probeert deze te verbinden met de ontvanger geconfigureerd in het veld Met GNSS base verbinden.
Om de huidige modus te bekijken of in te stellen, tikt u op en selecteert u Ontvanger instellingen / GNSS functies.
Als er in het desbetreffende veld op het tabblad Bluetooth geen ontvanger geconfigureerd is, probeert de software te verbinden met de GNSS-ontvanger aan de seriële poort van de bedieningseenheid; als er een ontvanger wordt gedetecteerd, wordt die beschouwd als de ontvanger voor de huidige modus.
Als u een bedieningseenheid waarop Android draait met een SP60 ontvanger verbindt, zet u de functie Autom. verbinden met GNSS-ontvangers in Trimble Access uit en zet u de ontvanger altijd aan wacht u tot deze satellieten volgt voordat u probeert de software met de ontvanger te verbinden. Als u probeert verbinding te maken met een SP60 ontvanger vanaf een Android bedieningseenheid voordat de SP60 klaar is, kan de Bluetooth koppeling met de ontvanger verloren gaan.