Mediabestanden

De mediabestand instellingen moeten op job niveau worden geconfigureerd, zodat wanneer het beeld wordt vastgelegd, de Trimble Access software weet of het bestand aan de job of een punt in de job moet worden gekoppeld. U kunt nu een standaard formaat configureren voor het namen geven aan mediabestanden, zodat u gemakkelijker het mediabestand kunt herkennen dat hoort bij een job of een punt.

Zie Werken met mediabestanden voor meer informatie over mediabestanden en hoe u die kunt gebruiken.

  1. Tik op en selecteer Job. De huidige job is al geselecteerd.
  2. Tik op Eigenschappen.
  3. Tik op Mediabestanden.
  4. In het veld Koppel aan selecteert u hoe afbeeldingen worden gekoppeld. U hebt de keuze uit:
    • Job – koppelen aan de job
    • Vorig punt – koppelen aan het laatst opgeslagen punt
    • Volgend punt – koppelen aan het volgende punt dat wordt opgeslagen
    • Puntnaam – koppelen aan het punt ingevoerd in het veld Puntnaam
    • Geen – de afbeelding wordt wel opgeslagen, maar wordt niet aan de job of een punt gekoppeld

     

    • Bij alle opties wordt het mediabestand altijd in de map <project>\<Job naam> Files opgeslagen. Als er geen job geopend is, wordt het mediabestand opgeslagen in de huidige projectmap.

    • U kunt de afbeelding op elk gewenst moment vastleggen. Als de punten echter attributen hebben, maar geen bestandsnaam attribuut bevatten, vermijd dan het vastleggen van de afbeelding wanneer het attributen formulier voor een punt geopend is. Als u een afbeelding vastlegt terwijl het attributen formulier geopend is, zoekt de software naar een bestandsnaam attribuut om de afbeelding aan toe te voegen. Als er geen bestandsnaam attribuut is gevonden, wordt het bestand niet gekoppeld en moet het handmatig worden gekoppeld. Zie Een afbeelding aan een attribuut koppelen.

  5. Selecteer de optie Weergeven met nieuw mediabestand om het mediabestand scherm direct na het vastleggen van een afbeelding weer te geven. Hierin kan de Koppel aan methode worden gewijzigd en, indien aan een puntnaam wordt gekoppeld, de puntnaam. Een wijziging van deze instelling geldt voor alle jobs.

  6. Als de optie Koppel aan op Vorig punt, Volgend punt, of Puntnaam ingesteld is, kunt u Afbeeldingen geotaggen selecteren. ZieEen afbeelding geotaggen.
  7. Gebruik de velden in de groepsvakken Afbeelding naam om een standaard formaat te maken voor afbeelding bestandsnamen die worden gekoppeld aan de job, items in de job of aan attributen.

    1. Selecteer de elementen die u in de bestandsnaam wilt opnemen.

      Voor elke afbeelding kunt u de job naam, datum en tijd opnemen.

      Voor afbeeldingen gekoppeld aan items in de job of aan attributen van een item kunt u de naam en code van het item opnemen (bijv. de puntnaam en -code).

      Een onderstrepingsteken wordt gebruikt om elk element in de bestandsnaam te scheiden.

    2. Om dezelfde aangepaste tekst aan de naam van elk afbeeldingsbestand toe te voegen, selecteert u Aangepaste string in een Element veld en voert u de tekst in het veld Aangepaste string in.

      Wanneer u de optie Aangepaste string gebruikt, voegt de software indien nodig automatisch een nummer aan het einde van de aangepaste string toe, om een unieke bestandsnaam te garanderen.

    Als u de optie Weergeven met nieuw mediabestand hebt geselecteerd, kunt u de naam van het mediabestand in het mediabestand scherm wijzigen nadat u de afbeelding hebt vastgelegd. Wanneer de afbeelding aan het Volgende punt is gekoppeld, toont het mediabestand scherm een tijdelijke aanduiding voor de bestandsnaam, die met de juiste details wordt aangepast wanneer het volgende punt wordt opgeslagen.

  8. Druk op Accept.