Werkbalk Kaart

Knop Functie

Selecteren en pannen

Tik op om items op de kaart te selecteren.

Om de huidige selectie te wissen, dubbeltikt u op een leeg deel van de kaart.

Als u rond de kaart wilt pannen, moet u ervoor zorgen dat is geselecteerd op de kaartwerkbalk en vervolgens op de kaart tikken en slepen. U kunt ook twee vingers op het scherm plaatsen en in de gewenste richting schuiven om de weergave te verplaatsen. Als u een bedieningseenheid met pijltoetsen gebruikt, kunt u de pijltoetsen gebruiken om te pannen.

Om naar een punt op de kaart te pannen, tikt u op op de werkbalk Kaart en selecteert u Pan naar punt. Voer een puntnaam en schaalwaarde in.

Om de kaart op de huidige positie te centreren, tikt u op op de werkbalk Kaart en selecteert u Pan naar hier. Voor meer opties, zoals het wijzigen van de schaal voor het zoomen, selecteert u Pan naar punt en configureert u de instellingen. Tik daarna op de softkey Hier in het scherm Pan naar punt.

Rechthoek selectie

Tik op en sleep om een rechthoekig vak te maken rond de items die u wilt selecteren. Items binnen of gedeeltelijk binnen de rechthoek die op de kaart is getekend, worden blauw gekleurd om aan te geven dat ze geselecteerd zijn. Om de selectie te wissen, dubbeltikt u op een leeg deel van de kaart.

Als de knop niet op de werkbalk wordt weergegeven, tikt u op Polygoon selectie om die te veranderen in Rechthoek selectie .

Zie Items op de kaart selecteren voor meer informatie.

Polygoon selectie

Tik op en vervolgens op de kaart om een polygoon vorm te maken rond de items die u wilt selecteren. Blijf op de kaart tikken om nodes aan de polygoon toe te voegen.

Als de knop niet wordt weergegeven op de werkbalk, tikt u op Rechthoek selectie om te wisselen naar Polygoon selectie .

Als u de laatst toegevoegde node ongedaan wilt maken, tikt u op . Om de polygoon te verwijderen (bijv. om opnieuw te beginnen), tikt u op .

Wanneer u klaar bent met het toevoegen van nodes, tikt u op om de polygoon te sluiten. De polygoonvorm verdwijnt van de kaart en items binnen of gedeeltelijk in de polygoon worden blauw gekleurd om aan te geven dat ze geselecteerd zijn.

Zie Items op de kaart selecteren voor meer informatie.

Zoomen

 

Tik op of om telkens met één zoomniveau in of uit te zoomen.

U kunt ook twee vingers op het scherm plaatsen en die uit elkaar bewegen om op het midden van de kaart in te zoomen, of knijpen om uit te zoomen. Sleep met één vinger over het scherm om te verschuiven.

Om op een interessant gebied in te zoomen, houdt u de knop ingedrukt en sleept u een kader rond het gewenste gebied.

Zoom alles

Tik op om tot aan de uiteinden van de kaart te zoomen.

U kunt alles zoomen configureren, zodat een deel van de kaart wordt uitgesloten. Dat is bijvoorbeeld handig wanneer u een basisstation positie wilt uitsluiten die zich op meerdere kilometers afstand bevindt. Daarvoor gebruikt u de pan en zoom functies van de kaart, zodat op de kaart het interessante gebied wordt weergegeven, houdt u Zoom alles ingedrukt en daarna selecteert u Gebruikers-zoom instellen. Zo ziet de kaart er nu uit wanneer u op Zoom alles tikt. Om de aangepaste weergave te wissen, houd u Zoom alles ingedrukt en selecteert u Gebruikers-zoom wissen.

Om een interessant gebied te creëren, houdt u Zoom alles ingedrukt en selecteert u Interessant gebied instellen. Dat is bijvoorbeeld handig wanneer u een grote job site hebt en alleen het deel wilt zien waarin u momenteel werkt. Om naar deze weergave terug te gaan, houdt u Zoom alles ingedrukt en selecteert u Interessant gebied bekijken.

De interessant gebied opdrachten zijn alleen beschikbaar als de kaart in Plattegrond weergave is. Als ze niet beschikbaar zijn, tikt u op en selecteert u Plattegrond.

Bij zoomen is het handig als u naar de vorige weergave terug kunt gaan. Houd Zoom alles ingedrukt en selecteer Zoom naar vorige, of druk op Ctrl + Z.

De huidige positie van de GNSS antenne wordt niet als deel van de kaart uiteinden beschouwd, tenzij die momenteel voor GPS zoeken wordt gebruikt.

Meer

Wanneer u bent verbonden met een instrument met video en een bedieningseenheid met een kleiner scherm gebruikt, zoals een TSC5 of TDC600 bedieningseenheid, tikt u op om toegang te krijgen tot de kaart hulpmiddelen Baan en Voorgedefinieerde weergave.

Baan

Tik op en tik en sleep op de kaart om de 3D-kaartdata om een as te draaien. Het symbool van de NO-assen roteert dienovereenkomstig om de oriëntatie van de Noord en Oost assen weer te geven. Het symbool in het midden van de kaart geeft het draaipunt aan.

In de Baan kunt u op afzonderlijke items op de kaart tikken om ze te selecteren, en deze blijven geselecteerd wanneer u de kaart draait.

In de meeste gevallen is de rotatiefunctie beperkt, zodat de Z-as omhoog blijft. Als de Coördinaten volgorde echter is ingesteld op XYZ (CAD), is er geen beperking en kunt u de data vrij ronddraaien. Zie Eenheden om de volgorde van de coördinaten te veranderen.

Voorgedefinieerde weergave

Tik op Voorgedefinieerde weergave om een plattegrond weergave (tweedimensionaal) van de kaart weer te geven, of houd ingedrukt om een vooraf gedefinieerde driedimensionale weergave te selecteren.

Beschikbare driedimensionale weergaven zijn Boven, Voor, Achter, Links, Rechts of Iso. De Iso weergave toont een isometrische weergave van de data, waarbij elke hoek 60 graden is. Selecteer Iso nogmaals om de weergave 90 graden te draaien.

Om naar de Plattegrond weergave terug te gaan, tikt u op . In de Plattegrond weergave zijn er extra opties beschikbaar in het menu ingedrukt-houden. Deze opties zijn niet beschikbaar in de andere vooraf gedefinieerde weergaven.

Lagen manager

Tik op om bestanden aan de taak te koppelen, of om te wijzigen welke punten en features zichtbaar en selecteerbaar zijn op de kaart. Zie Lagen manager.

Meer

Tik op op en selecteer vervolgens de juiste menuoptie.

Om het uiterlijk van de op het Kaart scherm weergegeven informatie te wijzigen en het gedrag van kaart te configureren, tikt u op en selecteert u Instellingen. Zie Kaart instellingen.

Om naar een specifiek punt te pannen, of naar uw huidige positie te pannen, tikt u op en selecteert u de gewenste optie.

Video weergeven

Tik op om naar het videobeeld van het instrument te wisselen. Zie Instrument video.

Deze knop is alleen beschikbaar wanneer u met een instrument dat met Trimble VISION technologie uitgerust is verbonden bent via een Wi-Fi, Bluetooth of Cirronet radioverbinding. Video is niet beschikbaar indien verbonden met een Trimble VX Spatial Station of Trimble S Series total station met behulp van een seriële kabel.

Augmented reality

Tik op om over te schakelen naar de Augmented reality weergave. Zie Augmented reality viewer.

Deze knop is alleen beschikbaar wanneer de bedieningseenheid met een Trimble GNSS-ontvanger met IMU tiltcompensatie verbonden is en u een meting hebt gestart.