Scanpunten en puntenwolken
3D scans aangemaakt met Trimble Access worden opgeslagen in afzonderlijke scanbestanden die bij de job horen. Het formaat van het scanbestand wordt bepaald door het instrument waarmee de scan wordt uitgevoerd:
- Scan puntenwolken aangemaakt met een Trimble SX10 of SX12 scanner total station worden als .rcwx bestanden in de bijbehorende <project>\<Job naam> Files\SdeDatabase.rwi opgeslagen.
- Scanpunten aangemaakt met behulp van een Trimble VX Series of S Series instrument dat met Trimble VISION technologie uitgerust is, worden opgeslagen als .tsf bestanden in de bijbehorende map <project>\<Job naam> Files.
Om de scanpunten en puntenwolken te selecteren die op de kaart of in het Video scherm worden weergegeven, tikt u op op de Kaart werkbalk of op Video werkbalk om de Lagen manager te openen en vervolgens selecteert u het tabblad Scans. Tik op een scan om die te selecteren. U kunt meerdere scanbestanden selecteren. Zie Scanlagen beheren.
Scanbestanden zijn scan puntenwolken (.rwcx bestanden) van een Trimble SX10 of SX12 scanner total station en .tsf scanbestanden aangemaakt met een Trimble VX Series of S Series instrument uitgerust met Trimble VISION technologie.
Een gebied bevat scanpunten uit een of meer .rcwx scan puntenwolken of uit andere gebieden.Maak een gebied om alleen de scanpunten op te nemen waarin u het meest geïnteresseerd bent. U kunt gebieden beheren op het tabblad Scans van de Lagen manager. Een gebied is vooral handig bij het uitvoeren van een oppervlak inspectie. Zie Oppervlak inspectie.
Als u duidelijker in een puntenwolk wilt zien, gebruikt u de Begrenzingsbox om de scanpuntenwolk uit te sluiten. Zie Begrenzingsbox.
Als u het uiterlijk van puntenwolken wilt veranderen, tikt u op op de Kaart werkbalk of op Video werkbalk en selecteert u Instellingen. Met de velden in het groepsvak Puntenwolk stelt u weergave opties zoals puntgrootte of kleur modus van de puntenwolk in, die u kunt gebruiken om de scanpunt eigenschappen waarin u het meest geïnteresseerd bent aan te duiden, zoals de hoogte van punten, of de reflectieve intensiteit van punten. Zie Kaart instellingen of Video instellingen.
Op de kaart kunt u scanpunten selecteren en die in andere software functies gebruiken, zoals uitzetten, of een oppervlak aanmaken, of een volume berekenen.
Voor uitzetten en bekijken kunnen maximaal 20 puntenwolk punten tegelijk geselecteerd zijn. Het selecteren van punten in puntenwolken m.b.v. de slepen-en-selecteren methode kan niet voor uitzetten of bekijken worden gebruikt, omdat met deze methode typisch meer dan 20 punten worden geselecteerd. Om puntenwolk punten voor uitzetten of bekijken te selecteren, tikt u op elk afzonderlijk punt op de kaart om het te selecteren.
Wanneer een scanpunt gemeten m.b.v. een Trimble SX10 of SX12 scanner total station in de job wordt gebruikt, bijvoorbeeld in een Cogo berekening, wordt er in de job een punt aangemaakt op dezelfde positie als het scanpunt.
Om alle punten in een .tsf scanbestand te selecteren, houdt u op de kaart ingedrukt en tikt u op Selecteer. Tik op een of meer scanbestanden in de lijst om die te selecterenGebruik de softkey Selecteer om de lijst van geselecteerde scanbestanden te wijzigen; gebruik de softkey Reset om alle scanbestanden te deselecteren. Als er al punten geselecteerd zijn, selecteert u het keuzevakje Toevoegen aan huidige selectie om de punten aan huidige selectie toe te voegen. Schakel het vakje uit als u de huidige selectie wilt overschrijven.
Om 3D scannen uit te voeren, zie Scannen met een SX10 of SX12 en Scannen met een VX of S series instrument.